Basistekenbeweging
7.1 Basistekenbeweging ….een voorbeeld oefening
Doel
Het uitdrukken en daarmee tegelijk ontladen van spanningen (stress) en het laten ontstaan van rust en tevredenheid door het maken van een wiegende balans beweging.
In het boek ’t Tijdloze Uur wordt dit B.L.R.H. genoemd. Het is de afkorting voor: ‘de bevordering van de verbinding en doorstroming tussen de linker- en rechterhersenhelft’.
Door deze wiegende beweging worden de hersengolven trager en verschuiven van bèta -naar alfa en soms naar de nog tragere thèta golven.
Innerlijke psychische- evenals fysiologische harmoniserende processen spelen zich nu af in de hersenen. Daardoor kunnen spanningen in het kind (stress) zich via de tekenbeweging ontladen.
Van deze beweging gaat een stabiliserende en harmoniserende werking uit (balans).
Tevens ontstaat er meer doorstroming via de hersenbrug naar de beide hersenhelften vanwege het wiegen en de links- en rechtshandige coördinatie. Hierdoor wordt ook het centrale motorisch hersengebied sterk gestimuleerd. De uitwerking, juist van dit motorisch hersengebied, dat direct verbonden is met de L.H en de R.H, geeft een aanzienlijk stimulans naar alle hersenfuncties (versnelde en betere opbouw van alle hersencellen).
Door regelmatig deze tweehandige tekenoefeningen te geven aan kinderen zullen zij bij vakken als rekenen, taal of andere leervakken beter in staat zijn de leerstof in zich op te nemen en begrijpen (vermeedering van IQ).
Materiaal
papier: 65 x 50 cm, 160 grams
houtskool: 2 houtskool~es per kind, waar ze 6 stukjes van circa 4,5 cm van maken
tape: tesaband
Instructie
“Je staat voor het tekenbord. Een beetje ruimte tussen je voeten, zodat je ‘lekker’ staat.
Het stukje houtskool in beide handen houd je losjes vast.
Je handen hebben je ogen niet nodig. Eerst kijk je kijk je met je open ogen niet meer naar het tekenpapier maar gewoon recht voor je uit of iets omhoog gericht met je hoofd”.
“Nu kun je je ogen gesloten houden”.
“Maak met beide handen willekeurig allerlei tekenbewegingen die in je opkomen over de hele ruimte van het papier.
Links, rechts, gelijktijdig of om de beurt. Je handen voelen zelf welke bewegingen ze willen maken.
Terwijl je hiermee bezig bent breng je je lichaam geleidelijk aan in een wiegende beweging.
Je brengt je lichaamsgewicht, licht wiegend van je ene voet op je andere voet en weer terug.
Je merkt dat nu eens je ene hiel licht van de grond los komt, dan weer de andere (zonder dat je je hiel speciaal optilt).
Af en toe je voeten een klein beetje verplaatsen, zodat je beweeglijk blijft”.
“Je handen bewegen vrij op het blad. Volg je eigen tekensnelheid en voel wanneer je handen groot of klein willen tekenen. Vertrouw op je handen, ze kunnen alles vanuit zichzelf doen. houd je ogen maar gesloten.. .. ga maar door.. …”
“Blijf nog even in de tekenbeweging.
“Je beweegt als een riet in de wind.”
Laat héél langzaam je ogen in de richting van je handen opengaan. Je handen gaan door met tekenen terwijl je je ogen langzaam opent”.
Aan het einde van de oefening kun je de kinderen het volgende zeggen:
“Laat de houtskooltjes maar gewoon zachtjes op de grond vallen.
Ga nu licht wrijvend met je beide handen over het blad met houtskool; nu eens alleen met je vingertoppen, dan weer met je beide volle handen.
Druk af en toe stevig je handen tegen het papier…. soms wrijvend, soms niet……… zodat je handen af en toe helemaal stil kunnen rusten op het blad.. …………………………………….. nu is de oefening afgelopen. ”
Extra informatie:
Dit wrijven in de houtskool laag en rusten met de vlakke handen op het papier laat je de kinderen niet doen als je ze al de zwarte houtskool die op het bovenblad zit wil laten gebruiken om ze direct hierna oefening 9.1 ‘De sjabloontekening’ wilt laten maken.
Ondersteunende instructies tijdens de oefening: Opmerkingen tijdens de oefeningen ter bevordering van lichaam- en gevoelservaringen
“Laat je uitademing los. ”
“Ontspan je ogen………… en je wenkbrauwen en je voorhoofd door de spiertjes daar heel slap te laten worden. ”
“Voel je voeten. ”
“Trek je tenen maar even samen, alsof je een steentje met je tenen pakt, en ontspan je tenen maar weer. ”
Alleen als het kind met één hand tekent:
“Laat je niet-werkarm losjes en ontspannen langs je lichaam hangen. ”
Algemene begeleidende instructies voor de groep als geheel:
“Laat de bewegingen versnellen (of vertragen). ”
Na een tijdje: “Laat de bewegingen groter of kleiner worden. ”
Na een tijdje: “Teken met meer of minder druk op het houtskooltje. ”
Wanneer je vermoedt dat ze veel gedachten hebben, zeg je :
“Luister naar het geluid dat je zelf maakt met je houtskooltje op het papier.”